Hoeveel zonnepanelen heb ik nodig? Zo bereken je het eenvoudig zelf

Voor veel mensen zijn zonnepanelen de eerste stap om hun huis duurzamer te maken. Maar een van de meest gestelde vragen blijft: hoeveel zonnepanelen heb ik nodig?

Het antwoord is niet voor iedereen hetzelfde. Het hangt af van je verbruik, het soort dak, de capaciteit van de panelen en eventuele toekomstplannen zoals een warmtepomp of elektrische auto.

In dit artikel lees je alles wat je moet weten om een goede inschatting te maken hoeveel zonnepanelen je nodig hebt voor jouw huis of situatie.

Stroomverbruik als uitgangspunt

De belangrijkste factor is je jaarlijkse stroomverbruik. Dat bepaalt namelijk hoeveel energie je zelf wilt opwekken. Het gemiddelde elektriciteitsverbruik in Nederland ligt rond de 3.500 kWh per jaar voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen.

Kleinere huishoudens komen vaak uit op 2.000 tot 3.000 kWh. Bij grotere gezinnen of mensen met een elektrische auto of warmtepomp kan dit oplopen richting de 6.000 tot 10.000 kWh per jaar.

Een rekenvoorbeeld:

  • Jaarlijks verbruik: 3.500 kWh
  • Verwachte opbrengst per paneel: 350 kWh
  • Aantal benodigde panelen: 3.500 ÷ 350 = 10 panelen

Voor sommige daken of oriëntaties is de opbrengst lager. Daarom wordt in veel gevallen een vermenigvuldigingsfactor van 1,1 gebruikt om verliezen te compenseren. In dat geval:

3.500 kWh × 1,1 = 3.850 kWh → 3.850 ÷ 350 = 11 panelen

Opbrengst per zonnepaneel

Zonnepanelen worden vaak uitgedrukt in vermogen in Wattpiek (Wp). De opbrengst van een paneel wordt bepaald door het vermogen en de ligging. In Nederland geldt de volgende vuistregel:

  • 1 Wp levert gemiddeld 0,85 tot 0,93 kWh per jaar op.

Een zonnepaneel van 400 Wp levert dus 340 tot 370 kWh per jaar op.

Factoren die invloed hebben op de opbrengst zijn:

  • Oriëntatie van het dak (zuid, oost, west)
  • Hellingshoek (ideaal: 30°-35°)
  • Schaduw (bomen, schoorstenen, omliggende gebouwen)
  • Rendement van omvormer en systeem.

Hoeveel zonnepanelen passen er op mijn dak?

Naast het energieverbruik bepaalt ook het dakoppervlak hoeveel zonnepanelen je daadwerkelijk kunt installeren. De standaardgrootte van een zonnepaneel is ongeveer 1,00 × 1,75 meter (1,75 m²). Met rijen panelen naast elkaar kun je de ruimte efficiënt gebruiken, hoewel je altijd rekening moet houden met obstakels zoals:

  • Dakramen
  • Schoorstenen
  • Dakkapellen
  • Noodzakelijke tussenruimte voor onderhoud en ventilatie

Plat dak

Op een plat dak wordt een montagesysteem gebruikt waarbij panelen onder een hoek worden geïnstalleerd. Dit vereist ruimte tussen de rijen om schaduwen te vermijden. Hierdoor is het ruimtegebruik lager dan op een hellend dak.

Vuistregel: 2,0 tot 2,5 m² per paneel
Reken dus op ongeveer 4 tot 5 panelen per 10 m² plat dak.

Schuin dak

Panelen op een schuin dak liggen vlak tegen het dak. Hierdoor is de indeling compacter en kan een groter deel van het dak worden gebruikt.

Vuistregel: 1,7 tot 1,9 m² per paneel
Reken op 5 tot 6 panelen per 10 m² schuin dak.

Let op: een dak van bijvoorbeeld 30 m² is zelden volledig bruikbaar. In veel huizen is slechts 70 tot 90% van het dak geschikt vanwege schaduw of obstakels.

Hoeveel zonnepanelen per m²?

Als je per vierkante meter wilt rekenen:

  • Plat dak: ongeveer 0,4 tot 0,5 paneel per m²
  • Schuin dak: ongeveer 0,5 tot 0,6 paneel per m²

Voorbeeld: 40 m² bruikbare oppervlakte op een schuin dak

  • 0,6 × 40 = 24 panelen mogelijk
  • Opbrengst bij 350 kWh per paneel = 8.400 kWh per jaar

Let op: dit is een theoretisch maximum. De werkelijke opbrengst kan lager zijn als niet alle panelen optimaal geplaatst zijn.

Wat zijn de afmetingen van zonnepanelen in 2025?

De meeste zonnepanelen die in 2025 op de markt zijn, hebben een standaardgrootte van ongeveer 114 bij 172 centimeter. Dat komt neer op ongeveer 1,9 tot 2,0 vierkante meter per paneel. Toch zijn er kleine verschillen tussen de modellen, afhankelijk van het merk, het type celtechnologie en het ontwerp.

Een overzicht:

  • Standaardformaat (monokristallijn): ongeveer 114 x 172 cm
  • Kleinere panelen (bijvoorbeeld voor schuine daken met beperkingen): ongeveer 100 x 165 cm
  • Grotere panelen met hoog vermogen: tot 120 x 180 cm of meer.

De afwerking is ook belangrijk. Volledig zwarte zonnepanelen hebben bijvoorbeeld vaak iets andere afmetingen dan traditionele blauwe panelen. En hoewel ze er slanker uitzien, hebben ze de neiging om iets warmer te zijn. Dit kan een klein effect hebben op de efficiëntie.

Bij de installatie wordt ook rekening gehouden met de benodigde ruimte voor montage en ventilatie. Daardoor heb je in de praktijk iets meer dakoppervlak nodig dan alleen de paneelafmetingen suggereren.

Wil je dus echt precies weten hoeveel panelen er op je dak passen? Dan is niet alleen het aantal vierkante meters belangrijk, maar ook de exacte indeling en eventuele obstakels zoals dakramen of schoorstenen.

Hoeveel zonnepanelen op één groep?

De meeste woningen hebben een 1-fase of 3-fase aansluiting in de meterkast. Dat bepaalt hoeveel vermogen je per groep kunt aansluiten.

  • 1-fase aansluiting: geschikt voor ongeveer 12 tot 16 panelen
  • 3-fase aansluiting: geschikt voor 30 tot 40 panelen of meer

Het vermogen van de omvormer speelt hier ook een rol. Soms moet de aansluiting worden verzwaard, wat in sommige gevallen gratis wordt uitgevoerd door de netbeheerder.

Hoeveel zonnepanelen heb ik nodig voor een warmtepomp?

Een warmtepomp vervangt (geheel of gedeeltelijk) je cv-ketel. Dit leidt tot een aanzienlijke toename van het stroomverbruik. Hoeveel extra zonnepanelen je nodig hebt, hangt af van het type warmtepomp.

Hybride warmtepomp

  • Extra verbruik: ±1.500 tot 2.500 kWh
  • Extra panelen: 5 tot 8 panelen

Volledig elektrische warmtepomp

  • Extra verbruik: ±3.000 tot 5.000 kWh
  • Extra panelen: 10 tot 16 panelen

Let er bij het berekenen op of je in de toekomst meer elektrische apparaten wilt aansluiten, zoals elektrisch koken, airconditioning of een thuisbatterij.

Kan ik later extra zonnepanelen (laten) bijplaatsen?

In veel gevallen is het mogelijk om later extra zonnepanelen aan je bestaande systeem toe te (laten) voegen. Er zijn wel een aantal belangrijke dingen waar je rekening mee moet houden voordat je dit doet.

Ruimte op het dak
De eerste vraag is of er nog voldoende ruimte beschikbaar is op je dak. Als het huidige systeem je dak grotendeels in beslag neemt, kan uitbreiding moeilijk worden. In sommige gevallen kun je andere delen van het dak gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan een aanbouw, garage of schuurtje, mits deze geschikt zijn voor installatie.

Omvormer en aansluiting
Elke installatie heeft een omvormer die de stroom van je zonnepanelen omzet in bruikbare elektriciteit. Die omvormer is afgestemd op een bepaald aantal panelen. Als je later meer panelen wilt toevoegen, moet de omvormer daar technisch op voorbereid zijn.

Soms is er extra capaciteit over, maar in andere gevallen is een zwaardere of tweede omvormer nodig. Je meterkast moet ook geschikt zijn voor de hogere capaciteit. Voor grotere systemen is een 3-fase aansluiting aan te raden, in plaats van de standaard 1-fase aansluiting.

Rendement en kosten
Vanuit financieel oogpunt is het vaak voordeliger om meteen het juiste aantal panelen te installeren. Extra installatie betekent meestal dat er nieuwe installatiekosten gemaakt moeten worden.

Denk aan extra montagewerk, bekabeling, eventueel een nieuwe omvormer of een extra groep in de meterkast. Hierdoor zijn de kosten per extra paneel hoger dan bij een grotere installatie die in één keer wordt geïnstalleerd.

Anticiperen op toekomstige energiebehoefte
Veel huishoudens zullen de komende jaren overstappen op elektrisch verwarmen, koken of autorijden. Denk aan een warmtepomp, inductiekookplaat of laadpaal. Al deze apparaten zullen het energieverbruik doen toenemen.

Als je verwacht dat je energieverbruik zal stijgen, is het slim om hier rekening mee te houden tijdens de eerste installatie. Dit kun je doen door nu een grotere omvormer te kiezen of ruimte op het dak te reserveren zodat uitbreiding later gemakkelijk kan plaatsvinden.

Conclusie: extra installatie is technisch zeker mogelijk, maar vaak minder voordelig dan in één keer een toekomstbestendig systeem installeren. Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat je systeem meegroeit met je behoeften, zonder onnodige kosten achteraf.

Wat gebeurt er als je te veel opwekt?

Sinds 2025 is de afbouw van de salderingsregeling gestart. Waar je eerder opgewekte stroom nog volledig kon wegstrepen tegen je verbruik, verandert dat nu stap voor stap. Lever je meer stroom terug aan het net dan je zelf gebruikt, dan krijg je daar voortaan een lagere vergoeding voor. Naar verwachting verdwijnt de salderingsregeling helemaal in 2027.

Dat maakt het extra interessant om zoveel mogelijk van je opgewekte stroom zelf te gebruiken. Hoe meer je overdag direct verbruikt, hoe meer voordeel je ervan hebt.

Je kunt hier eenvoudig op inspelen door apparaten zoals de wasmachine of vaatwasser juist overdag aan te zetten, wanneer je zonnepanelen volop elektriciteit produceren. Ook een thuisbatterij is een slimme oplossing. Die slaat de overtollige stroom op, zodat je er later op de dag of ’s avonds nog gebruik van kunt maken.

Er zijn ook slimme energiemanagementsystemen die automatisch je stroomverbruik afstemmen op wat je zonnepanelen opwekken. Denk bijvoorbeeld aan het automatisch inschakelen van je laadpaal, warmtepomp of boiler zodra er genoeg zonnestroom beschikbaar is.

Zo gebruik je je eigen stroom op het juiste moment, zonder dat je daar zelf aan hoeft te denken. Dat maakt je installatie efficiënter en helpt je besparen, ook nu de regels rondom salderen veranderen.

Hoe bereken je zelf het aantal benodigde panelen?

Je kunt zelf een redelijke schatting maken met de volgende formule:

Aantal zonnepanelen = (Jaarverbruik × 1,1) ÷ (Vermogen per paneel in Wp × 0,9)

Hieronder een voorbeeld:

  • Jaarverbruik = 4.500 kWh
  • Vermogen per paneel = 420 Wp
  • Verwachte opbrengst per paneel = 420 × 0,9 = 378 kWh
  • Benodigd aantal panelen = 4.500 ÷ 378 = 12 panelen

Gebruik je panelen met lager vermogen (bijvoorbeeld 370 Wp), dan kom je uit op 13 tot 14 panelen.

Samenvatting: richtlijnen per verbruiksklasse

De onderstaande tabel geeft een globaal idee van hoeveel zonnepanelen je nodig hebt voor verschillende verbruiksklassen. Het aantal panelen is gebaseerd op een gemiddelde opbrengst van 350 kWh per paneel per jaar. Let op: dit is een indicatie. Het werkelijke aantal hangt af van je dak, het gekozen paneeltype en je toekomstplannen.

Jaarverbruik (kWh)Aantal panelen (gemiddeld)
2.0006
3.0009
4.00011–12
5.00014–15
6.00017
10.00028–30

Waar moet je uiteindelijk op letten?

De vraag hoeveel zonnepanelen je nodig hebt lijkt eenvoudig, maar het antwoord hangt af van verschillende factoren. Je elektriciteitsverbruik is een logisch uitgangspunt, maar de grootte en positie van je dak, het type panelen en je toekomstplannen spelen allemaal een rol.

Als je het echt goed wilt doen, is het verstandig om verder te kijken dan je huidige verbruik. Denk na over mogelijke uitbreidingen, zoals een warmtepomp of een elektrische auto, en laat je installatie daarop voorbereiden. Met een installatieplan op maat krijg je een duidelijk beeld van alle technische en praktische aspecten.

Om de vraag te beantwoorden: hoeveel zonnepanelen heb ik nodig? Dat hangt af van je situatie. Maar met de juiste voorbereiding en keuzes kun je een systeem installeren dat vandaag past en klaar is voor morgen.

Meer weten over slim omgaan met energie?

Bij 100% Zonnig denken we graag met je mee. Of je nu benieuwd bent naar zonnepanelen, laadpalen of energieopslag: we helpen je graag met advies op maat.

Deel dit artikel
Gratis offerte

Ontdek hoeveel u kunt besparen met zonnepanelen, thuisbatterijen of laadpalen!

Hulp nodig?

Onze specialisten helpen u graag verder.